Faqat Litresda o'qing

Kitobni fayl sifatida yuklab bo'lmaydi, lekin bizning ilovamizda yoki veb-saytda onlayn o'qilishi mumkin.

Kitobni o'qish: «Het 'John Grier Home'»

Shrift:

HET "JOHN GRIER HOME"

Stone Gate, Worcester, Massachusetts.

27 December.

Lieve Juddy,

Daar voor me ligt nu je brief. Ik las hem twee keer over en nog altijd blijf ik paf van verbazing. Maar Judy! Hoe kan het ook in godsnaam tot me doordringen! Jervis heeft jou de algeheele verbetering van het John Grier Home als Kerstcadeau gegeven en nu wil jij, op jou beurt, mij aan het hoofd van je modelinrichting zien! Maar lieve deugd, Judy, moet ik, Sallie McBride, directrice worden van een Vondelingengesticht! Beste kind, heb je je verstand tijdelijk verloren of ben je misschien verslaafd geraakt aan het gebruik van opium en is dit de dolle uitwerking van een koortsachtig, fantastisch droombeeld? Ik ben even geschikt voor de leiding van een honderd kinderen als voor de taak van oppasser in een dierentuin.

En als lokaas noem je daar een interessante Schotsche dokter?

Maar, mijn lieve Judy, – ondanks alles mijn allerbeste lieve Judy, – heusch, ik doorzie je en ik weet al precies wat voor een gesprek de twee Pendletons bij den open haard hebben gehouden.

"Is het niet zonde, dat Sallie het niet verder heeft gebracht sinds ze van de Universiteit af is?" heeft Judy gezegd. "Ze moest een doel voor oogen hebben inplaats van haar tijd met partijen en visites maken te verknoeien!"

En dan zegt Jervis:

"Ja, en zij interesseert zich ook veel te veel voor dien vervloekten jongen Hallock, die zoo aardig weet te praten en er zoo keurig uitziet en daardoor zoo'n verbazend groot succes in de dameswereld heeft. Ik heb staatslui nooit kunnen uitstaan! We moesten haar wat afleiden en een groot doel voor oogen stellen, waardoor al haar tijd in beslag wordt genomen… totdat het gevaar geweken is. O Judy, ik heb een idee! We stellen haar aan het hoofd van het John Grier Home!"

O, ik hoor het hem net zoo duidelijk zeggen alsof ik er zelf bij was geweest! ja, maar vergeet niet dat je waarde echtgenoot en ik een heel ernstig gesprek hadden, toen ik de laatste maal in de duiventil op bezoek was. We spraken n.l.:

A. over het huwelijk.

B. over de laag-bij-de-grondsche idealen van staatslieden.

C. over het frivole, beuzelachtige leven, dat de zoogenaamde mondaine vrouw leidt.

Zeg alsjeblieft aan je moreelen echtgenoot, dat ik grondig doordrongen was van de waarheid van zijn woorden en wel met dit gevolg, dat ik, sedert mijn terugkeer in Worcester, geregeld een middag in de week de vrouwen van het gesticht tot tegengaan van dronkenschap gedichten voorlees. Dus is mijn leventje werkelijk niet zoo onnuttig en doelloos meer als je denkt!

Laat ik je ook even de verzekering geven, dat de bewuste staatsman niet in mijn argeloos leventje gelijk een dreigende onweerswolk verschijnt en dat hij in elk geval een veelbemind en goed aangeschreven politicus is, ook al strookt zijn opvatting van inkomende rechten, belastingen en arbeidersvereenigingen niet geheel met de denkbeelden van Jervis.

Je wensch om mijn leven aan het algemeen welzijn te offeren is ongetwijfeld zeer loffelijk en schoon, maar je moest het ook eens van den kant van de arme vondelingetjes bekijken. Heb jullie dan heelemaal geen medelijden met die arme hulpelooze bloedjes van het John Grier Home, die absoluut aan mijn leiding overgelaten zouden worden?!

Dan ben ik toch beter dan jullie, want ik heb wel degelijk medelijden met de argelooze schapen en daarom wil ik ook de plaats, die je me aanbiedt, niet aannemen.

Maar ik vind het heerlijk, dat je me uitnoodigt om je in New-York op te zoeken, ofschoon ik je aan den anderen kant weer eerlijk moet bekennen, dat ik niet al te enthousiast ben over het programma, dat je hebt opgemaakt.

Streep alsjeblieft het bezoek aan de New-Yorksche weeshuizen en 't ziekenhuis van Vondelingen door en zet er paar theaters, opera's en een diner voor in de plaats! Ik heb twee nieuwe avondjaponnen (dernier cri!) en een blauwen avondmantel met goud doorwerkt en witten bontkraag.

Ik heb dollen lust om die ook in mijn koffer te pakken, dus telegrafeer me maar dadelijk of je ernaar verlangt, Sallie McBride in haar doen en laten te zien of dat je alleen maar de opvolgster van de zeer geachte Mrs. Lippett wilt spreken.

Als altijd,
Je door en door frivole en voor verbetering onvatbare Sallie McBride.

P.S. Je invitatie kon op geen gelegener tijd komen. Een allerliefste charmante jonge politicus, genaamd Gordon Hallock, zal de volgende week in New-York vertoeven. En o, ik weet zeker dat je van hem zult gaan houden als je hem beter kent.

P.S.2. Zooals Judy wel gaarne zou willen dat Sallie McBride haar middagwandelingetje deed (zie pag. 7).

Maar Judy en Jervis, voor de laatste maal en met allen eerbied gesproken, zijn jullie dan heelemaal gek?!

John Grier Home.
15 Februari.

Lieve Judy,

Gisteravond elf uur kwamen wij hier in een sneeuwstorm aan, Singapore, Jane en ik. Het schijnt wel, dat directrices van vondelingengestichten gewoonlijk geen kamermeisjes en Newfoundlanders als gezelschap meebrengen; de nachtportier en de huishoudster, die voor de plechtige ontvangst zorg droegen, vielen tenminste half om van verbazing.

Zij hadden nog nooit zoo'n hond als Sing gezien, en dachten op zijn minst dat ik een wolf in de schaapskooi binnensmokkelen wilde. Maar ik stelde hen beiden omtrent zijn waarachtige hondenafkomst gerust, zoodat de nachtportier zich zelfs aan een grapje waagde, nadat hij Sings zwarte tong had bestudeerd. Hij wilde namelijk graag weten of wij hem met boschbessenpudding voedden.

Het was erg moeilijk, voor mijn gezelschap een goede rustplaats te vinden. Die arme Sing werd naar een loods verwezen, waar wij met lappen op den grond zijn bed spreidden. Met Jane ging het niet veel beter. Er was geen enkel groot bed in het gebouw, behalve een krib uit het hospitaal, die nauwelijks 1.60 M. lang was. Je weet, dat mijn goede Jane het tot een lengte van bijkans 1.90 M. heeft gebracht! Maar toch wisten we haar in dat bedje te loodsen, waar ze den nacht met opgetrokken knietjes, in den vorm van een half toegeknipt zakmes, doorbracht. Vandaag strompelt zij met pijnlijk trekkende beenen door het huis, openlijk tegen de laatste gril en escapade van haar voortvarende meesteres protesteerend en vol heimwee verlangend naar den tijd, waarop gezegd meesteresje weer in het bezit van een gezond stel hersens zal zijn en met haar trouwe Jane naar de ouderlijke haardstee in Worcester terug zal keeren.

Ik weet dat ze al mijn kansen bederft om bij de rest van den staf populair te worden en dat het domste, wat ik ooit had kunnen doen, was, dat ik haar hierheen bracht. Maar je kent nu eenmaal de McBrides. De tegenwerpingen, die mijn familie maakte, wist ik een voor een te overwinnen maar een conditie bleef gehandhaafd: Jane, hun laatste houvast, moest mee. Dan wisten zij thuis ten minste, dat hun kind goed te eten zou krijgen en niet elken dag tot laat in den nacht zou opblijven. Nu, ik gaf toe, want als ik geweigerd had om dat goede mensch mee te nemen, dan had ik zeker wel nooit den drempel van het John Grier Home overschreden. Zoo zijn wij dus hier met ons drieën aangeland en ik vrees, dat geen van de drie hier met open armen ontvangen werd.

Vanmorgen wekte mij de gong om zes uur precies. Een tijd lang bleef ik stil liggen, luisterend naar het lawaai, dat een 25 kleine meisjes in de waschzaal boven mijn hoofd maakten. Het schijnt, dat zij niet geheel gewasschen worden, alleen maar het gezicht, maar toch maakten zij net zooveel leven als vijfentwintig kinderen maar maken kunnen, die in een grooten waterplas spartelen. Ik stond op, kleedde mij aan en inspecteerde den boel eens. Kleine diplomaat! Het was heel verstandig, dat je me het gesticht niet eerst liet zien voordat je er me als directrice aanstelde.

Omdat ik toch mijn kleine plichten bij de ontbijttafel had, scheen dit mij een prachtige gelegenheid om mij aan de kinderen voor te stellen, dus ging ik naar de eetzaal. Maar de eene schrik volgde op de andere! Wat een ontzetting: die kale, vaalbruine muren en met zeil bedekte tafels, en die rijen emaille kroezen en borden en al die houten banken zonder leuning, terwijl als eenige versiering de afschuwelijke spreuk boven ons aller hoofd prijkte: God de Heer behoedt U! De regent, die het gesticht hiermee verrijkte, moet wel een zeer ontwikkeld gevoel voor humor gehad hebben!

Heusch Judy, ik wist niet dat er een plekje op onze heerlijke aarde was, zoo afgrijselijk als het John Grier Home, en toen ik daar die rijen en rijen bleeke zwijgende kinderen zag zitten, allemaal in hun blauw geruit katoenen uniform, werd ik plotseling door de groote verantwoordelijke taak, die nu op mijn schouders rustte, overweldigd. Het leek mij een onbereikbaar doel voor een enkele vrouw om zonneschijn op die honderd bleeke gezichtjes te tooveren, die arme kleine schepseltjes, die elk voor zich alleen een moeder noodig hebben om hen te koesteren en te verwennen!

Ik ging met mijn welbekende voortvarendheid te werk, toen ik zoo maar op je plan inging, gedeeltelijk omdat je dien dag zoo welbespraakt was, maar hoofdzakelijk (dat beken ik je eerlijk), omdat Gordon Hallock me zoo brutaal in mijn gezicht uitlachte toen hij hoorde, dat ik (Sallie McBride) de uitverkoren directrice van het John Grier Home was. Alles bij elkaar heeft me gehypnotiseerd. En daarbij komt natuurlijk nog, dat ik voor het idee vuur en vlam vatte zoodra ik die zeventien gestichten had bezocht en over niets dan vondelingen en nog eens vondelingen had gelezen, zoodat ik niets liever wilde dan mijn eigen ideeën in praktijk te kunnen brengen. Maar nu verrast het me toch, dat ik hier werkelijk ben. Het is een reuzentaak, die ik op me heb genomen. De toekomst en het geluk van meer dan honderd menschenlevens ligt in mijn hand, om nog niet te gewagen van hun drie- of vierhonderd kinderen en meer dan duizend kleinkinderen en zoo kan ik wel doorgaan. Het is gewoonweg vreeselijk! Hoe zal ik het ooit tot een goed einde brengen! Och Judy, toe, kijk naar een andere directrice uit!

Jane zegt dat het al etenstijd is, maar nadat ik het genoegen smaakte twee van de gestichtsmaaltijden te nuttigen, prikkelt het vooruitzicht op een derde mij niet bijzonder.

* * * * *

Later: De staf kreeg schapenvleesch met spinazie en tapiocapudding toe. Wat de kinderen kregen verzwijg ik maar liever.

O, ik zei je nog niets van mijn eerste officieele speech aan de ontbijttafel! Ik begon over alle heerlijke veranderingen uit te wijden, die nu in het John Grier Home zouden plaats vinden, dank zij de edelmoedigheid van den Heer Jervis Pendleton, den President der Regenten en van Mevrouw Pendleton, de lieve Tante Judy van elken jongen en van elk meisje in huis.

Kom alsjeblieft er niet tegen in opstand, dat ik de Pendletonfamilie zoo breedsprakig naar het front liet treden, ik deed het simpel uit politieke beweegredenen. Daar de heele staf van het gesticht aanwezig was, achtte ik het een schitterende gelegenheid om hen erop te wijzen, dat alle veranderingen en nieuwe instellingen niet uit mijn brein voortspruiten, doch rechtstreeks door de oppermacht in het leven worden geroepen.

De kinderen luisterden met open mond, en wijd geopende oogen staarden me uit elk bleek gezichtje aan. De verraderlijke kleur van mijn haar zoowel als mijn brutale wipneus blijken geheel ongewone attributen van een vondelingengesticht-directrice te zijn. Ook mijn collega's gaven er openlijk blijk van, dat zij mij veel en veel te jong vonden en te onervaren om zulk een taak van gewicht te vervullen.

Ik heb Jervis' prachtexemplaar van een Schotschen dokter nog niet mogen zien maar ik verzeker je, dat hij wel erg interessant en buitengemeen moet zijn om tegen de rest van de lui hier op te wegen. Vooral tegen de inspectrice van de kinderkamer, Miss Snaith! We kwamen al dadelijk in hevige botsing over het zeer gewone onderwerp: "Versche Lucht", maar ik ben nu eenmaal vast van plan om het heele gebouw van dien vreeselijken gestichtsstank te bevrijden, al zou ook elk kind in een ijsmonument veranderen.

Het was een verrukkelijk zonnige sneeuwwinternamiddag en ik had orders gegeven, dat die duffe, bedompte speelkamer gesloten moest worden en alle kinderen buiten mochten spelen.

"Ze jaagt ons het huis uit", hoorde ik een vondelingetje pruttelen, terwijl hij wanhopige pogingen aanwendde om in een minstens twee jaar te klein overjasje te kruipen.

En allen stonden ze daar voor het huis op een rij, gekleed en wel, geduldig wachtend op het oogenblik dat ze weer bij de gratie Gods naar binnen mochten komen. Zoo stonden ze daar op een rij en speelden geen krijgertje, en gooiden geen sneeuwballen en wreven elkaar zelfs niet met sneeuw in, niets van dat al, die stumperds weten zelfs niet wat spelen is!

* * * * *

Nog later.

Ik begin al met het prettige werk om je geld uit te geven. Vanmiddag heb ik elf kruiken gekocht (de heele voorraad van het dorp) en ook een paar wollen dekens en gewatteerde dekens, en nu staan de ramen in de baby-slaapkamer wijd open. Die arme hummeltjes genieten op het oogenblik het tot nu toe voor hen ongekende genot, om tenminste 's nachts versche lucht in te kunnen ademen.

Er zijn wel een honderdduizend dingen, waarover ik te keer zou willen gaan, maar het is al half elf en Jane bromt dat ik nu eindelijk naar bed moet.

Je gehoorzame
Sallie McBride.

P.S. Voor ik eronder kroop, trippelde ik nog even de gang door om me ervan te overtuigen, dat alles in orde was en wat denk je wel, dat ik daar moest ontdekken? Miss Snaith, die stiekem probeerde de ramen van de baby-kamer te sluiten. Zoodra ik voor haar een mooie plaats in een dameshofje weet, stuur ik haar daarheen.

Jane neemt me de pen uit mijn hand. Ik gehoorzaam wijselijk.

Slaap wel!
John Grier Home,
20 Februari.

Lieve Judy,

Dr. Robin MacRae liep van middag hier aan om met de nieuwe directrice kennis te maken. Toe Judy, vraag hem bij zijn eerste bezoek in New-York ten eten, dan kun je zelf zien, wat je echtgenoot heeft gedaan! Jervis heeft het heel en al mis wanneer hij werkelijk denkt, dat een van de voornaamste voordeelen, aan mijn positie hier verbonden, het dagelijksch discours met een man van Dr. MacRae's beschaving en karakter en geleerdheid en charme is.

Hij is lang en mager, met zandkleurig haar en koude, grijze oogen. Gedurende het uur, dat hij in mijn gezelschap doorbracht (ik was werkelijk heel levendig), kwam er geen schaduw van een glimlach over de rechte lijn van zijn vastbesloten mond. Kan er licht uitgaan van zulk een sombere natuur? Ik geloof het niet, maar in elk geval zou ik graag weten, wat er toch met dien man gebeurd is. Heeft hij de een of andere afgrijselijke misdaad achter den rug of is zijn natuur slechts zoo door zijn Schotsche afkomst? Hij is even gezellig en onderhoudend als een granieten grafsteen!

Klaarblijkelijk houdt onze dokter niet meer van mij dan ik van hem. Hij denkt dat ik frivool en inconsequent ben en absoluut ongeschikt voor de vertrouwenspositie, die ik hier inneem. Ik durf er op te wedden, dat Jervis nu al een brief van hem heeft met het verzoek om mij van hier weg te sturen.

Wat de conversatie betrof, hier waren wij het roerend eens. Hij besprak lang en breed de verantwoordelijkheid die op de schouders van de directrice rust, betreffende het physieke en moreele welzijn van de haar toevertrouwde kinderen, terwijl ik mijn ontevredenheid uitte over de afschuwelijke wijze, waarop onze kinderen hun haar dragen.

Om dit te bewijzen, riep ik Sadie Kate naar binnen, mijn speciaal boodschappenvondelingetje. Haar haar is stijf naar achteren getrokken en eindigt in twee vastgevlochten staartjes. Maar Dr. MacRae schijnt hier weinig om te geven. Zijn grootste zorg is de toestand van de magen van onze kinderen. Wij hebben ook het onderwerp van roode onderrokken uitvoerig besproken. Ik vind, dat geen meisje eenig zelfrespect kan hebben, wanneer haar roode onderrok ruim 3 c.M. onder haar blauw geruit katoenen jurk uitkomt, maar hij meent, dat roode vondelingen-onderrokken heel lekker warm en tevens hygiënisch zijn. Ik voorzie een strijd op leven en dood voor de nieuwe directrice.

Maar toch is er met het oog op den dokter één ding, waarvoor ik hem dankbaar moet zijn. Hij is haast even kort hier als ik en kent dus de tradities van het gesticht evenmin als ik. Ik geloof, dat ik met den vroegeren dokter in het geheel niet had kunnen opschieten, want te oordeelen naar de sporen van zijn wetenschap, die hij hier heeft achtergelaten, wist hij net zooveel van babies af als de een of andere veearts!

Den staf heb ik nog eens flink onder handen genomen, maar niettemin vertelde de kokkin mij vanmorgen, dat het John Grier Home Woensdagavond maïzenapap moet slikken.

Zoek je al hard naar mijn opvolgster? Ik blijf hier tot ze komt, maar maak alsjeblieft wat voort!

Je vastbesloten
Sallie McBride.
Directrice-kamer, John Grier Home,
21 Februari.

Beste Gordon,

Voel je je nog altijd beleedigd omdat ik je raad niet heb opgevolgd? Weet je dan niet, dat een roodharig persoontje met Iersche voorvaderen en een groot Schotsch gehalte in haar bloed, zich niets laat voorschrijven, maar alleen kalmpjes aan geleid kan worden? Als je niet op zoo'n overheerschers-toon had gesproken, zou ik beslist lief hebben geluisterd en waarschijnlijk behouden zijn gebleven, terwijl het nu zoo heel anders is geloopen. Eerlijk moet ik je bekennen, dat ik al vijf lange dagen ons kibbelpartijtje betreur. Jij hadt gelijk en ik niet en zooals je ziet, kom ik daarvoor nu openlijk uit. Indien ik hier ooit weer heelhuids vandaan kom, zal ik steeds (tenminste bijna steeds) me aan je wijs oordeel onderwerpen. Kan een vrouw een ootmoediger houding aannemen dan ik?

De romantische glans, die Judy over dit vondelingenasyl uitbreidde, bestaat alleen in haar dichterlijke verbeelding. Het is hier verschrikkelijk! Woorden kunnen niet beschrijven hoe treurig en leelijk en benauwend dit huis is: lange gangen en kale muren, blauwe katoenen uniform, stompzinnige stumperdjes, die in geen enkel opzicht op gewone kindertjes lijken, daar heb je het John Grier Home! En dan die vreeselijke gestichtslucht! Het is een mengsel van natte, geschrobde vloeren, opgeluchte zalen en de etenslucht van voedsel voor een honderd wezens, dat altijd op de kachels stoomt.

Het huis moet niet alleen veranderd en nieuw opgetrokken worden, elk kind moest ook een goede beurt krijgen en dat is een onverantwoordelijke Hercules-taak voor zulk een zelfzuchtig luxueus lui wezentje als Sallie McBride is. Ik leg mijn taak gewillig neer zoodra Judy een goede opvolgster voor mij heeft, maar ik ben erg bang dat dat niet al te spoedig gebeuren zal! Zij is nu naar het Zuiden vertrokken en laat mij, arme schipbreukeling, hier achter. En nadat ik mijn woord heb gegeven, kan ik natuurlijk haar en het gesticht niet in den steek laten, maar ik wil je wel bekennen, dat ik al aardig heimwee heb.

Schrijf mij maar eens een lieven opgewekten brief en stuur me wat bloemen om mijn zitkamer wat op te fleuren. Ik erfde het meubilair en al van Miss Lippett. De muur is met een roodbruin behangselpapiertje bekleed, de stoelen met schelblauw pluche versierd en dan prijkt er ook nog een verguld tafeltje. De domineerende kleur in het tapijt is groen en als je dan nog aan een paar rozeknopjes denkt, heb je mijn regenboog goed geraden.

Ik was op dien laatsten avond werkelijk mal, maar je wraakzucht op de arme Sallie zal nu wel bekoeld zijn.

In zak en asch,
Sallie McBride.

P.S. je hadt niet zoo over dien Schotschen dokter behoeven uit te varen. De man is zoo norsch en stug als alleen een "Scotch" zijn kan. Ik had al dadelijk een afschuw van hem en hij even sterk van mij. O, Gordon, wat zullen die Iersche en die Schot lief samenwerken!

John Grier Home.
22 Februari.

Mijn lieve Gordon,

Je uitvoerig schrijven ligt hier voor me. Ik weet, beste jongen, dat je over groote buidels geld beschikken kunt, maar dat is nog geen reden om er zoo schandalig mee te smijten. Wanneer je er zoo vurig naar verlangt om je te kunnen uitspreken, zoodat alleen een honderd-woorden-telegram de uitbarsting kan verhoeden, stuur me dan in elk geval een uitgesteld telegram, dat kost maar de helft en mijn kinders kunnen dat geld best gebruiken als je er geen raad mee weet.

En dan, mijn lieve jongen, gebruik een klein deeltje van je gezond verstand! Natuurlijk kan ik het gesticht niet op die manier verlaten, zooals je me dat voorstelt, dat zou toch allesbehalve fair tegenover Jervis en Judy zijn. Neem het niet als een hatelijkheid op maar bedenk, dat ik al jaren lang, al heel lang voordat ik jou kende, goed bevriend met hen was en ik heb geen lust om ze nu te laten stikken. Ik kwam hier in een, laten we zeggen, avontuurlijke bui, en nu moet ik maar zien hoe ik mij er doorheen sla. Je zoudt het niet aardig vinden als ik zulke dingen als een soort van sport beschouwde, maar mijn lieve beste Gordon, daarom behoef ik toch aan den anderen kant niet mijn heele leven lang in dit gesticht te slijten? Ik ga hier dadelijk vandaan zoodra ik mijn post met eer en goed fatsoen kan verlaten en werkelijk, ik behoorde dankbaar te zijn dat de Pedletons mij waardig achten zulk een post van vertrouwen te bekleeden. Ofschoon jij, mijn beste vriend, er niets van vermoedt, bezit ik toch een goede dosis handigheid, en meer gezond verstand dan de oppervlakkige wereld op het eerste gezicht zou denken. En als ik me met hart en ziel aan deze taak wijd, zal ik de beste directrice zijn, die 111 vondelingetjes zouden kunnen wenschen!

Ik vermoed dat je dit grappige onzin vindt. Het is toch heusch waar en Judy en Jervis wisten dit wel en vroegen me juist daarom hier te komen. Dus, zie je, als zij nu toonen dat ze zooveel vertrouwen in mij stellen, kan ik mij er niet op de brute manier, als jij mij voorstelt, van afmaken. En zoolang ik hier ben, zal ik zoo hard, werken als iemand met den besten wil slechts werken kan. Wanneer dan mijn opvolgster komt, zal ze alles in de goede richting veranderd vinden.

Maar toch moet je niet gelooven dat ik bij al die drukte niet erg heimwee heb. O, als je wist! Elken morgen, wanneer ik wakker word, staar ik als in een droom naar Miss Lippett's behangseltje en krijg ik een koude rilling als ik weer tot de werkelijkheid terugkom.

Lieve deugd, hoe kwam ik zoo stom, om mijn lief gezellig thuis en mijn heerlijk leventje, dat mij van rechtswege toekomt, den rug toe te keeren?! Ik ben het geheel met je eens, dat ik een tijdelijken aanval van idiotisme had.

Maar waarom, vraag ik me af, maak jij toch zoo'n herrie? In elk geval zul je me nu toch niet kunnen zien, want Worcester ligt even ver van Washington af als het John Grier Home en dan wil ik daar nog wel aan toevoegen, dat er hier in de heele buurt geen enkel manlijk wezen is dat rood haar bewondert, terwijl je er in Worcester wel een paar van dat soort vindt! Dus, allerverschrikkelijkste man, bedwing je woede en wees weer goed. Ik deed het niet alleen om me tegen jou te verzetten, ik wilde ook een avontuurtje in mijn leven hebben, lieve deugd… lieve deugd… ik heb er een....

Toe, schrijf me nu als een goede boy en vroolijk me wat op.

Je steeds deemoedige
Sallie.
John Grier Home.
22 Februari.

Lieve Judy,

Vertel eens aan Jervis, dat ik niet overijld ben in het vormen van mijn oordeel. Ik heb een lieve zonnige onbevooroordeelde natuur en ik hou van iedereen, tenminste van bijna iedereen, maar met den besten wil van de wereld zou niemand van dien Schotsen dokter kunnen houden. HIJ LACHT NOOIT – NOOIT!

Vanmorgen bezocht hij me weer. Ik noodigde hem uit om het zich in een van Miss Lippett's stoelen gemakkelijk te maken en nam tegenover hem plaats, om een harmonisch geheel te vormen. Hij was in een mosterdkleurig pak gestoken met een groene das, die nog een glimp van geel in haar weefsel vereenigde – juist de kleur, die een beetje leven aan een Schotsch moeras moet geven. Purperen sokken en een roode das met een amethysten dasspeld voltooiden het schilderij. Klaarblijkelijk voelt je exemplaar van een interessanten dokter niet de moreele plicht op zich rusten, om het schoonheidsgevoel van de vondelingen te veredelen.

Gedurende het kwartier, dat hij bij mij doorbracht, beschreef hij kort en bondig alle veranderingen, die hij in het gesticht wenschte aan te brengen. Ja, dat is zeker zijn werk! En wat zijn dan, als ik vragen mag, de rechten en plichten van de directrice? Is zij alleen een stroopop, die slechts de orders van den toezicht houdenden geneesheer heeft aan te nemen?

Ik geloof, dat MacBride en MacRae spoedig op voet van oorlog zullen staan!

Je uiterst verontwaardigde
Sallie.
John Grier Home.
Maandag.

Geachte Dr. MacRae,

Ik zend u dit briefje door Sadie Kate, daar het absoluut onmogelijk blijkt, u telefonisch te bereiken. Is het vrouwspersoon, dat zich Mrs. McGur-rk noemt en midden in een zin de telefoon liefelijk aan den haak hangt, uw huishoudster? Als zij dikwijls aan de telefoon komt, begrijp ik niet hoe uw patienten nog het geduld bezitten, om u op te bellen.

Daar u vanmorgen niet verscheen en de schilder wel, was ik gedwongen op eigen houtje een mooie korengele kleur uit te zoeken voor de muren van het nieuwe laboratorium en ik vertrouw dat deze kleur niet onhygiënisch zal zijn.

Wanneer u vanmiddag misschien een oogenblikje kunt missen, wilt u zeker wel even naar Dr. Brice in Water-Street tuffen om naar een tandarts-stoel en toebehooren te kijken, die daar voor den halven prijs worden aangeboden. Mij dunkt, dat als zijn heele uitrusting in een hoekje van ons laboratorium prijkt, Dr. Brice zijn 111 nieuwe patientjes met veel meer spoed zal kunnen behandelen, dan wanneer wij ze één voor één naar Water-Street transporteeren. Vindt u dat geen practisch idee? Midden in den nacht schoot het mij ineens te binnen, maar daar ik nog nooit een tandarts-stoel heb gekocht, zou ik uw advies op hoogen prijs stellen.

Hoogachtend,
S. McBride.
John Grier Home.
1 Maart.

Liefste Judy,

Zet dien telegram-stroom stop!

Ik weet natuurlijk dat je van alles, wat er gebeurt, op de hoogte wilt blijven en ik zou graag elken dag een bulletin willen zenden, maar werkelijk, ik ben geen oogenblik vrij. 's Avonds, wanneer ik in mijn bedje kruip, ben ik zoo doodmoe dat ik er liefst met kleeren en al in zou willen gaan, als Jane's strenge discipline tegen zulke buitensporigheden niet in opstand kwam.

Als ik later wat meer routine onder de luidjes breng en alles als een draaiorgel afloopt, zal ik de uitvoerigste en beste verslaggeefster worden, die je je wenschen kunt.

Het laatst schreef ik je vijf dagen geleden, is het niet? Nu, in die vijf dagen is er heel wat gebeurd. Dr. MacRae en ik hebben een soort veldtochtsplan opgemaakt en brengen hier nu alles in oproer. Ik mag, hem hoe langer hoe minder lijden, maar wij hebben een soort bondgenootschap gesloten en als werker is die man een prachtige hulp. Ik heb altijd gedacht, dat ik zelf genoeg wilskracht bezat, maar als er nu een verbetering aangebracht moet worden, volg ik al zwoegende zijn spoor, terwijl hij baan breekt. Hij is zoo halsstarrig en koppig en buldoghonderig als een Schot maar zijn kan, maar aan den anderen kant bezit hij een groot verstand en heeft hij veel kennis van babies, d.w.z. hij is volkomen op de hoogte van hun physieken toestand, want voor die kleintjes heeft hij net zooveel gevoel als voor een troep kikkers, die hij voor de vivisectie noodig heeft.

Herinner je je nog wel, dat Jervis ons op een avond meer dan een uur op een betoog over de prachtige menschlievende denkbeelden van den dokter heeft vergast? C'est à rire! De man beschouwt het John Grier Home alleen als zijn eigen laboratorium, waar hij naar hartelust wetenschappelijke proeven kan nemen zonder lastige liefhebbende ouders als tegenstanders. Ik zou heelemaal niet verwonderd staan te kijken als ik hem op een goeden dag verraste, terwijl hij roodvonk-bacillen in de havermout van de babies mengde om met een nieuw uitgevonden serum proeven te nemen.

Van den heelen staf vind ik de twee eenige, die werkelijk voor hun taak berekend zijn: de onderwijzeres van de kleintjes en den stoker. Je moest eens zien hoe onze kinderen op Miss Mathews aanstormen en haar van alle kanten bespringen en naar haar opkijken, met gezichtjes, bedelend om een liefkoozing, terwijl ze pijnlijk beleefd tegenover de andere onderwijzeressen blijven! Kinderen voelen zoo gauw wie ze voor zich hebben! Ik zou het vreeselijk vinden als ze zoo erg beleefd tegen mij waren. Nu ik zoo'n beetje op de hoogte van het leven hier raak en precies weet, wat en wie ik noodig heb, zou ik wel een algeheele opruiming willen houden. Het liefst zou ik met Miss Snaith beginnen, maar ik heb de treurige ontdekking gedaan, dat zij de bloedeigen nicht van een van onze regenten is en dus absoluut niet geschikt voor uitverkoop. Het is een onbeduidend willoos schepseltje zonder kin (je weet, dat bij wilskrachtige menschen dit lichaamsdeel zeer ontwikkeld is), met fletse oogen, en die daarbij, tot overmaat van ramp, nog altijd door haar neus spreekt en door haar mond ademhaalt. Zij kan nooit eens zeggen, waarop het staat en dan haar mond houden. Al haar zinnen eindigen in een onbepaald en onverstaanbaar gemompel. Telkens, wanneer ik die vrouw zie, voel ik mijn vingers jeuken, om 'r bij de schouders beet te pakken en haar een wil in te gieten. En die Miss Snaith had het toezicht over 17 kleine dreumesjes van twee tot vijf jaar! In elk geval heb ik haar, zonder dat zij er iets van heeft begrepen, naar een ondergeschikte positie verplaatst, het beste wat ik doen kon, nu zij eenmaal niet weggestuurd kan worden, dank zij haar hooggeplaatste familie!

De dokter heeft voor mij een allerliefst meisje gevonden, dat hier twee mijlen vandaan woont en elken dag komt om op onze kleintjes te passen. Zij heeft lieve, groote bruine oogen (met een zachten glans erover, net als bij een koe) en echt moederlijke bewegingen. (Ze is haast negentien jaar). En de kinderen zijn dol op haar! Aan het hoofd van de kinderkamer heb ik een lieve goedaardige vrouw van middelbaren leeftijd geplaatst, die zelf vijf kinderen heeft en wier handen naar het werk staan. Onze dokter heeft ook haar hierheen gebracht. Je ziet dus dat hij nuttig kan zijn! Voor den vorm staat ze onder Miss Snaith, maar in werkelijkheid moet die alles doen wat zij aangeeft. Ik kan nu tenminste rustig gaan slapen zonder het beklemmend gevoel, dat de babies ongemerkt langzaam vermoord worden!

Yosh cheklamasi:
12+
Litresda chiqarilgan sana:
30 iyun 2018
Hajm:
280 Sahifa 1 tasvir
Mualliflik huquqi egasi:
Public Domain

Ushbu kitob bilan o'qiladi